Hi allemaal! Ik ben Chey (23) en ik ben derdejaars student Social Work. Dit schooljaar heb ik de eer om een heel schooljaar lang stage te lopen bij Ervaringsmaatjes. Ook ben ik Ervaringsmaatje van iemand die jonge mantelzorger is van haar zus. Een keer per week ga ik langs bij mijn maatje om samen iets leuks te doen. Ik kom speciaal voor haar en zij mag dan ook bepalen wat we samen gaan doen. Dit vindt ze soms nog wel eens lastig, dus dan help ik haar met wat ideeën te bedenken. We hebben al heel veel leuke dingen gedaan. Als het slecht weer is dan vinden we het leuk om samen een film te kijken, elkaars make-up te doen of een spelletje te doen. Als het mooi weer is gaan we vaak de stad in om samen te lunchen, te winkelen en een ijsje te eten. We hebben zelfs samen allebei oorbellen laten schieten. Ook zijn we al twee keer naar de kermis geweest. Zij durft in elke attractie, terwijl ik dat soms niet durf. Dan vertelt ze mij dat het echt niet eng is en dan ga ik er toch samen met haar in! We houden allebei van kletsen. Over leuke dingen, maar soms ook over minder leuke dingen. Ik ben blij dat ik het Ervaringsmaatje ben van haar!
Dit artikel is afkomstig uit de Mantel maggezien, een tijdschrift voor Utrechtse mantelzorgers.
In Utrecht werkt het Ervaringsmaatjesproject van Handje Helpen samen met U-Centraal, de uitgever van het magazine.
Anne* (nu 26 jaar) werd al op jonge leeftijd mantelzorger. Haar moeder heeft borderline en had tijdens Annes jeugd psychoses en angstaanvallen. “Ik moest voor haar zorgen en kreeg steeds meer taken in huis. Nooit heb ik als kind geweten dat ik mantelzorger was.”
Kinderbescherming
“Mijn moeder kon vroeger terugvallen op een groot netwerk van familie en vrienden. Totdat we verhuisden. Als mijn vader naar zijn werk was, zat ik de hele dag in de box en keek mijn moeder niet naar me om. Buren dreigden de kinderbescherming in te schakelen; hadden ze dat maar gedaan. Het ging steeds slechter en mijn ouders besloten te scheiden. Dat zorgde voor een breuk in de familie. Mijn moeder eigende zich de kinderen toe en brak met de familie. Daardoor raakten we geïsoleerd.”
Moeder geruststellen
“Hoe ouder mijn broers en ik werden, hoe meer we in het huishouden moesten doen. Toen mijn broer uit huis ging, deed ik alles. Koken, voor mijn broertje zorgen, mijn moeder geruststellen als ze een angst- of paniekaanval had. Ik veranderde van een vrolijke peuter in een stil en angstig kind. We hadden elke avond ruzie en ik ging vaak zonder eten naar bed. Ik kreeg kinkhoest, mijn broertje longontsteking. Door ondervoeding herstelden we maar langzaam. We moesten altijd op onze hoede zijn. Het kleinste geluid kon haar al triggeren. Vaak was er ook sprake van fysiek geweld. Eigenlijk was ze nooit een moeder voor ons; ze wist totaal niet waar wij behoefte aan hadden.” “Ik veranderde van een vrolijke peuter in een stil en angstig kind”
Gepest op school
“Mijn moeder voerde een gevecht met de wereld en maakte ons daar slachtoffer van. We zijn zes keer verhuisd en ik heb op vier basisscholen gezeten. Ik was nerveus, angstig in de klas en droeg tweedehands kleren. Klasgenootjes voelden feilloos aan dat ik anders was. Ik was een makkelijk doelwit en ben dan ook heel veel gepest. Terwijl ik alleen maar zocht naar een veilige plek op school, met liefde en acceptatie.” Het werd niet gezien “Het was een heel treurige situatie. Het werd niet gezien
“Het was een heel treurige situatie. Professionals hadden het moeten zien. Er is ooit wel iemand van jeugdzorg geweest en er zijn gesprekken geweest over opname van mijn moeder. Maar ze had ook wel betere periodes en was een knappe, charismatische vrouw. Ze werkte alle professionals zo weer de deur uit. Er werd niet gezien hoe slecht het ging. Er zijn tot op de dag van vandaag familieleden die niet doorhebben hoe erg het was.”
Afstand nemen
Vijf jaar na de scheiding kreeg Anne eindelijk weer contact met haar familie en ging ze het huis uit. “Ondanks alles was het moeilijk om afstand te nemen van mijn moeder. Wat moest ze zonder ons? Maar er was geen ruimte voor kinderen in haar leven. Ik heb eerst een jaar bij mijn oma van mijn vaders kant gewoond. Zo kon ik rustig mijn school afmaken. Dat was een verademing. Daarna trok ik bij mijn vader in. Ik dacht: nu kan ik de hele wereld aan. Ik kan alles vergeten. Maar het kwam keihard terug. Ik kreeg PTSS en liep achter in mijn emotionele ontwikkeling.”
Verwerken van trauma
“Ik werk al jaren aan het verwerken van mijn trauma en verdriet door middel van intensieve therapie. Ik moet accepteren dat mijn moeder nooit een moeder voor me is geweest. Ik moet weer leren om emoties te mogen hebben, om geaccepteerd te worden zoals ik ben en mezelf te zien als een individu. Als ik straks kinderen krijg, wil ik dat ze opgroeien in een veilige omgeving.” “Ik moet accepteren dat ze nooit een moeder voor me is geweest”
Empathisch vermogen
Anne studeert nu aan het Utrechts Conservatorium. Door alles wat ze meemaakte heeft ze een extreem empathisch vermogen ontwikkeld. “Ik geef naast mijn studie muzieklessen aan kinderen en speel voorstellingen. Ik vraag voor de les aan elke leerling hoe het gaat. Als een leerling lading draagt, dan praat ik daarover in een mate waarin zij daar klaar voor zijn. Ik geef ze erkenning, zonder hun verdriet op te zoeken. Dat merken kinderen. Ze voelen dat ze met alles bij me terecht kunnen. Daarna gaan we in een veilige, ontspannen sfeer met muziek aan de slag.”
Geen keus
“Korte tijd geleden dacht ik nog dat je ervoor koos om mantelzorger te zijn. Eventueel tegen een vergoeding. Ik wist niet dat je er ook door de situatie toe gedwongen kon worden. En ik wist al helemaal niet dat je als kind mantelzorger kunt zijn. Je ziet altijd allemaal blije mensen in magazines en op websites die voor een ander zorgen. Ik voelde me daardoor niet aangesproken. Ik moest voor mijn moeder zorgen; ik had geen keus. Jonge mantelzorgers mogen meer gezien worden.”
Trek aan de bel
“Instellingen moeten nog beter hun best doen om jonge mantelzorgers te vinden. Bijvoorbeeld voorlichting geven op scholen, vooral basisscholen. Want als kind weet je vaak niet beter. Wij zijn niet zo veerkrachtig als wordt gedacht. Trek aan de bel als je denkt dat het met een kind niet goed gaat.” *Anne heeft geen contact meer met haar moeder. Omdat ze graag haar verhaal wilde delen zonder iemand te kwetsen, is een pseudoniem gebruikt. Haar echte naam is bij de redactie bekend.
In het ervaringsmaatjesproject doen vaak kinderen mee die een broer of zus hebben met een beperking, zoals autisme. het kan wel eens flink lastig zijn om altijd rekening te moeten houden met hem of haar, daarom hebben we onze ervaringsdeskundige stagiaire gevraagd om wat tips te verzamelen voor alle brusjes!
Tip 1: Probeer niet teveel na te denken over je broer of zus
Wanneer je teveel gaat nadenken over jouw broer of zus, gaat je hoofd snel vol zitten. Om dit te voorkomen of te verhelpen kun je het best je hoofd leeg maken door iets voor jezelf te doen. Zo kun je bijvoorbeeld gaan skeeleren, buiten spelen, tekenen of je gedachten op papier zetten zodat je deze gedachten van je af kunt zetten.
Tip 2: Bespreek dingen met je ouders
Wanneer je ergens tegen aan loopt of dingen niet goed gaan tussen jou en je broer/zus, bespreek dit dan met je ouders. Doe dit ook echt en maak hier afspraken met je ouders over hoe jullie dit gaan doen! Vind je dit moeilijk, zeg dan dat je bijvoorbeeld een rondje wilt lopen of even iets wilt doen met je ouders, zodat je het dan tijdens dit moment kan bespreken.
Tip 3: Laat bij een akkefietje eerst alles bezinken Ontstaat er een akkefietje, laat dan alles eerst eens bezinken, word rustig, daarna kun je één van de volgende tips inzetten:
Geef het duidelijk aan als je iets niet leuk of fijn vindt
Negeer het gedrag
Leid hem/haar af bijvoorbeeld door iets te gaan doen dat jullie beiden leuk vinden, een grapje te maken of door hem/haar gelijk te geven als dat kan en goed voelt natuurlijk
Loop (even) weg
Ga naar je ouders
Tip 4: Praat over je gevoelens met vrienden en/of vriendinnen
Wanneer je ergens mee zit, zorg er dan voor dat andere mensen weten dat jij hier mee zit. Zo kunnen zij jou helpen en hoef je niet alles alleen te doen. Praat dus met je vrienden of vriendinnen wanneer je bijvoorbeeld boos bent. Zo weten zij wat er aan de hand is en kunnen zij hier rekening mee houden of jou helpen om over jouw boosheid heen te komen.
Tip 5: Probeer jezelf aan te voelen Ga voor je zelf voelen wanneer jouw grens is bereikt en je dus boos gaat worden op je broer/zus, ken je dat punt eenmaal, dan kun je veel beter kiezen wat je dan gaat doen: weglopen, afleiden, je grenzen aangeven, praten of naar je ouders gaan
Tip 6: Ga mee met leuke activiteiten voor jonge mantelzorgers in jouw woonplaats en ontmoet andere jmz’ers!
Er zijn bijna in elke gemeente leuke activiteiten voor jonge mantelzorgers. je zult zien dat er veel meer kinderen zijn die net als jij een irritante broer of zus hebben. het kan fijn zijn om te horen dat je niet de enige bent. Tijdens deze activiteiten hoef je ook geen rekening te houden met jouw broer of zus die een beperking heeft, want hij of zij mag vaak niet mee.
Hey! Ik ben Corine (20), het ervaringsmaatje van Sienna (12). Samen hebben we al een heleboel leuke dingen gedaan, maar wat er toch wel uitsprong is ons bezoekje aan Tineke Schouten in het Wilminktheater Enschede. Samen voor 1 van de eerste keren met de trein naar Enschede en naar een theatershow waar we konden lachen gieren en brullen! De sfeer zat er goed in en doormiddel van zo’n leuke activiteit bouw je ook een goede en hechte band op. We genieten nu nog volop van het maatjestraject , want elke week is weer een feestje!
Jonge mantelzorgers krijgen hulp van een ervaringsmaatje
Even afleiding van de thuissituatie, gewoon even wat leuks doen en je zorgen van je afkletsen bij iemand die je begrijpt. Dat is wat je als jonge mantelzorger hebt aan een ervaringsmaatje: een jongere die zelf ook is opgegroeid met een gezinslid met een beperking of een ziek broertje of zusje. Ervaringsmaatjes is een nieuw project dat vrijwilligersorganisatie Handjehelpen in samenwerking met Steunpunt Mantelzorg uit Woerden is gestart. Dit in navolging van Stichting Informele Zorg Twente die Ervaringsmaatjes succesvol heeft ontwikkeld.
Woerden – Ervaringsmaatjes is opgezet omdat er steeds meer een beroep wordt gedaan op (jonge) mantelzorgers en deze kinderen weinig tijd voor zichzelf hebben en zich vaak zorgen maken om de situatie thuis. Dit kan concentratieproblemen veroorzaken, schoolverzuim, minder goede sociale contacten of slaapproblemen. Dit alles leidt er toe dat jonge mantelzorgers een grotere kans hebben om vast te lopen. Ouders van jonge mantelzorgers (7 tot 18 jaar) met een ervaringsmaatje zeggen dat hun kind door de hulp beter in zijn vel zit, meer eigenwaarde heeft, opener is geworden en zich minder schaamt voor thuis.
Kirsten Boddenberg (22) is ervaringsmaatje van Laura en zelf opgegroeid als jonge mantelzorger. “Mijn vader kreeg kanker toen ik 9 was en had daar veel zorgen over. Ik had concentratieproblemen op school en piekerde veel. Omdat ik weet hoe het is om op te groeien met iemand in het gezin die ziek is, kan ik nu jonge mantelzorgers helpen. Ik weet hoe het is om je zorgen te maken om iemand waar je van houdt.” Kirsten is maatje van Laura (12) die opgroeit met een zieke vader, en een moeder en broertje. Ook zij maakt zich veel zorgen om haar gezin, is erg zorgzaam en helpt vaak mee in huis. Als Kirsten komt hebben ze het hier niet altijd over. “Ik kom vooral om leuke dingen te doen. Als er wat is gebeurd of iemand in het gezin van Laura voelt zich niet goed, vertelt ze mij dit wel. Ik vind het mooi dat wij die vertrouwensband hebben en zij alles bij mij kwijt kan,” aldus Kirsten. En Laura begint te stralen als het over Kirsten gaat: “Dan kan ik even gezellig samen wat met haar doen zoals koekjes bakken, de stad in gaan en even alles vergeten. Zij begrijpt mij altijd.”
Jonge mantelzorgers uit Woerden, Zeist, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Stichtse Vecht, Nieuwegein, de Bilt en Bunnik kunnen in de provincie Utrecht zich aanmelden voor een Ervaringsmaatje. Daarnaast blijft het project in Twente actief.
Stichting Informele Zorg Twente neemt deel aan het groeiprogramma van het Oranje Fonds
Wat is het Oranje Fonds Groeiprogramma?
Speciaal voor sociale ondernemers organiseert het Oranje Fonds het Groeiprogramma. Sociale ondernemers hebben in hun eigen stad of regio een succesvol sociaal traject/project opgezet dat de sociale samenhang bevordert en hebben de ambitie om te groeien naar andere plekken. Het Oranje Fonds Groeiprogramma stimuleert en ondersteunt deze sociale ondernemers in het verder uitrollen van hun initiatief zodat er relatief eenvoudig, en zonder het wiel opnieuw te moeten uitvinden, op meer plaatsen bewezen goede trajecten/projecten ontstaan om de lokale samenhang te vergroten.
Het Oranje Fonds Groeiprogramma biedt een gedegen (en verplicht) kennistraject, ontwikkeld in samenwerking met diverse partners uit het bedrijfsleven. Tevens biedt het Oranje Fonds voor maximaal drie jaar een bijdrage in de coördinatie en ontwikkelingskosten zodat de initiatiefnemer met een gerust hart kan deelnemen en zich kan richten op de doorontwikkeling van het initiatief.
Wat betekent deelname aan het Groeiprogramma voor Ervaringsmaatjes?
Deelname aan dit programma betekent voor Ervaringsmaatjes dat we goed kunnen onderzoeken op welke manier er nog meer jonge mantelzorgers in Nederland een Ervaringsmaatje kunnen krijgen. In de toekomst zullen er meer organisaties in het land aan de slag gaan met de interventie Ervaringsmaatjes en zal de website van Ervaringsmaatjes zich ontwikkelen tot platform waar Ervaringsmaatjes en jonge mantelzorgers elkaar kunnen ontmoeten. Daarnaast willen we ervoor zorgen dat er meer bekendheid komt binnen het onderwijs en de zorg, hierin spelen de Ervaringsmaatjes zelf een belangrijke rol.